We bedoelen hier allemaal hetzelfde mee: het beëindigen van de onderneming. De onderneming kan zich op eigen initiatief opheffen. Dit gebeurt door middel van een bestuurdersbesluit. Hiermee wordt de stichting “opgeheven” of “ontbonden”. Deze opheffing moet vervolgens worden medegedeeld aan de KvK, waardoor de onderneming wordt “uitgeschreven”. De opheffing en de uitschrijving bij elkaar noemen we een turboliquidatie. Echter, dit wordt door de meeste mensen gewoon “stichting opheffen” genoemd.
In alle gevallen is het altijd van belang dat er geen sprake is van:
1. Certificaten van aandelen
Zijn er in het verleden certificaten uitgegeven? Dit zijn aandelen die recht geven op winst van de onderliggende aandelen. Er kan geen algemene vergadering buiten een ‘normale’ vergadering worden gegeven als deze certificaten zijn uitgegeven. De stichting kan dan ook niet opgeheven worden.
2. Verpanding van aandelen
Sommige DGA’s kiezen ervoor om hun aandelen te verpanden. Dit kan op korte termijn voor meer financiële ruimte zorgen, maar kan bij het opheffen problemen opleveren. Het verpanden van de aandelen is namelijk vastgelegd bij de notaris. Voordat je over kunt gaan op het opheffen van de stichting zul je contact moeten opnemen met de pandhouder om het pandrecht te beëindigen. Mocht dit niet kunnen, dan moet er om medewerking gevraagd worden aan de pandhoudende partij.
3. Vruchtgebruik op aandelen
Soms is er een ‘vruchtgebruik’ uitgegeven op de aandelen. Dat wil zeggen dat een ander mee profiteert van de economische waarde die aan de aandelen hangt: de dividend en de opbrengst van de aandelen bij verkoop. Ook dit moet worden vastgelegd met een akte bij de notaris. Je kunt dus vrij snel vaststellen of hier sprake van is.